Eiland Vloek

21-11-2022 | Geschiedenis van Duindorp
Fotografie: Stokvis, Haags Gemeentearchief
Eiland Vloek

Tot eind 1970 bestond er aan de kust een woonwijkje dat in de volksmond "het Eiland Vloek," werd genoemd. Het was omringd door de zee, haven, sluizen en de duinen en daarmee een geweldige plek voor kinderen om op te groeien. Het was een wijkje waar veel grote gezinnen in veel te kleine huizen waren gehuisvest. De meeste bewoners hielden met moeite het hoofd boven water. Sommigen hadden van tijd tot tijd geen geld om hun vaste lasten te betalen en werden zo nu en dan afgesloten van gas of elektriciteit. Velen werkten op de sleepheling of voeren op één van de velen vissersschepen die Nederland nog rijk was.

De saamhorigheid was groot. Zo nu en dan ontstond er ook wel eens een burenruzie. Toch moest dit wijkje eind jaren 60 wijken voor het grote geld. De grond werd voor en symbolisch bedrag van 1 gulden verkocht of verpacht. Er werd een derde haven gebouwd om het grote geld binnen te halen. De kinderen die daar hun jeugd met plezier hebben doorgebracht zagen hun plekje als een verzonken wijk onder water verdwijnen. (door D. Bal, www.allesoverscheveningen.nl)


Duivels Eiland

Het ‘Eiland Vloek’, ook wel bekend als het ‘Duivels Eiland’, was gelegen aan het einde van de Kranenburgweg richting de haven, zee en Verversingskanaal. Het werd aangeduid als eiland, omdat het alleen bereikbaar was vanaf de Kranenburgerweg en via het sluisje over het Verversingskanaal. Maar feitelijk was het een schiereiland. Op het bewoonde gedeelte waren zo’n 132 gemeentewoningen aanwezig, zogeheten Noodwoningen die uit oogpunt van de toentertijd nijpende woningnood werden gebouwd. (C. Bruin in Zo was Duindorp: Duindorpers vertellen zelf hun geschiedenis, Welzijn Scheveningen 2008)


Wonen op het Eiland

“Onderling was er altijd veel te beleven op het ‘Eiland’. Op de ouwe sleep of aan de kom kon je altijd wel vermaak vinden. Naar de koppes als er een logger aankwam, naar kruisnetten kijken, en helpen het net omhoog te draaien of zelf met een lijntje vissen. Ik heb me er nooit verveeld, er was altijd wel wat te doen. In die buurt zal ik nooit meer komen te wonen, dus ik zal maar genoegen nemen met af en toe, als het flink stormt, aan zee te gaan kijken en mijn herinneringen op te halen aan de tijd dat men nog aandacht voor elkaar had, en je daar gewoon nog kon wonen met mekaar. Toen was geluk echt heel gewoon. De verhalen die de ronde deden over een achterstandswijk, asociale bevolking e.d. zijn een eigen leven gaan leiden. Er heeft geen hechtere bevolkingsgroep op Scheveningen bestaan dan de ‘Eilanders’.”
(G.Z. Vermeer in Zo was Duindorp: Duindorpers vertellen zelf hun geschiedenis, Welzijn Scheveningen 2008)

Sloop

Het bestemmingsplan was er toen al op gebaseerd dat het eiland uiteindelijk een industrieterrein zou worden, met uitbreiding van de havens. Vanwege de uitbreidingsplannen ten behoeve van de Norfolk Line, maar ook omdat de woningen niet meer aan de geldende wooneisen voldeden, moest de wijk worden gesloopt. In de periode 1970-1971 werd het ontruimen een werkelijkheid. (C. Bruin in: Zo was Duindorp: Duindorpers vertellen zelf hun geschiedenis, Welzijn Scheveningen 2008)

Theorieën over de naam ‘Vloek’

Over waarom het eiland ‘Vloek’ (ook wel: Flook) heet, bestaan verschillende theorieën. Zo is er één theorie over het Engelse woord Fluke. Dit heeft de volgende betekenissen:

-als werkwoord betekent het: boffen (een gelukje of voordeeltje hebben)

-als zelfstandig naamwoord betekent het: spits (van een lans), ankerhand, of bot (een bepaald soort platvis)

Ankerhand en bot zijn gerelateerd aan de visserij. Zijn het Engelse vissers geweest die in hun beste Nederlands het stukje grond ‘Island Fluke’ hebben genoemd, wat in de Nederlandse taal ‘Eiland Vloek’ is geworden? (ingezonden door W. Veldman via De Duindorper)

Luisterportret Eiland Vloek en Norfolkterrein

Een luisterportret opgehaald door en voor Duindorpers over de geschiedenis van het Norfolkterrein en het eiland Vloek. Gemaakt door het Haags Verhaal. https://www.castbox.fm/episode/NORFOLKTERREIN-EN-EILAND-VLOEK---AUDIO-2-id2760294-id397992548?country=nl

Heeft u zelf verhalen over het Eiland Vloek, herinneringen aan het Eiland of theorieën over het ontstaan van de naam? Stuur dan een e-mail naar geschiedenis@deduindorper.nl

Bron: Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling, Haags Gemeentearchief

Broeistraat 1-31, straat op ‘Eiland Vloek’ (1967)

Commentaar bij foto (van H. Pronk):
“Boeistraat 1, dat is het huis helemaal aan het eind. Daar woonde de fam. Pronk met 9 kinderen, in zo'n klein huisje. Wij waren één van de eersten die gingen verhuizen voor de sloop. Ik heb na 1967 nooit meer iemand van het eiland terug gezien, op de fam. Klein na.”

(Bron: Haags Gemeentearchief)

Boeistraat (op het z.g. 'Eiland Vloek'), ongenummerd pandje vlakbij de Hellingweg (waarvan rechts de achterzijde te zien is). Links op de achtergrond (1934)

Commentaar bij foto (van G. Z. Vermeer):
“Dit was vroeger een waterstokerij, tot ongeveer de jaren 1952/1953. Daarna mochten wij het huren van de gemeente als berging voor onze fietsen, omdat wij geen schuur op de plaats hadden. Ik kan mij niet herinneren hoe lang wij het hebben gehuurd. Wij woonden op Boeistraat 12 in die tijd.”

(Bron: Stokvis, Haags Gemeentearchief)

Perspectieffoto het eiland "Vlook" met op de voorgrond opslag van betonblokken voor de aanleg van de verlengde havenhoofden (1965)

(Bron: Dienst voor de Stadsontwikkeling, Haags Gemeentearchief)

Steigerweg hoek Boeistraat, sloop van het buurtje op het eiland 'Vloek' (1970)

(Bron: Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling, Haags Gemeentearchief)

Boeistraat tijdens de sloop van de huizen op het z.g. 'eiland Vloek' (1970)

Commentaar bij foto (van G.Z. Vermeer):
“Je kijkt tegen het laatste restje Boeistraat aan, van links naar rechts de nummers 12,14,16,18 en 20. Waar onze 'toen was geluk nog heel gewoon' jaren lagen. Het huis wat men aan het afbreken is, is nummer 17/19. waar voorheen de fam. Ros woonde. Een van de 4 woningen waar er van twee huizen één gemaakt waren, voor grote gezinnen.”